Reisverslag april 2011

2 april tot en met 12 april 2011


We willen u middels deze nieuwsbrief (wellicht wat langer dan u van ons gewend bent) verslag doen van ons hulptransport en wat we tijdens deze reis hebben ervaren.

We hebben op woensdag 30 maart met een enthousiaste groep dit alles weer in de trailer geladen. Hij zat dan ook weer helemaal vol met ondermeer:
  • ruim 500 bananendozen kleding
  • ca 150 zakken dekens en jassen
  • 5 scootmobielen
  • 1 rolstoel
  • een aantal rollators
  • een flinke hoeveelheid meubels
  • 4 fietsen
  • 6 koelkasten
  • 2 vriezers
  • 3 wasmachines
  • in totaal 6000 kg houdbaar voedsel
  • 4000 kg Hak groente
  • 800 kg voedingssupplementen (voor mensen die moeten aansterken)


We zijn op zaterdag 2 april vertrokken en op zondagmiddag kwamen we bij het kindertehuis in West Roemenie aan. Dat is de plek waar we ook altijd lossen en vanwaar alles verder verdeeld wordt. Ook de vrachtauto was er erg vroeg en de chauffeurs zijn met ons mee geweest naar de kerkdienst, wat voor hun een bijzondere ervaring bleek te zijn.

Na afloop van de dienst trok iedereen zijn oude kloffie weer aan en werd het gedeelte voor Sebis (ca 2/3 deel) uitgeladen. Inmiddels heeft alles zo zijn vaste plek gekregen tijdens het lossen. De garage, het terras, de bergingen onder- en de ruimten achter het kindertehuis, alles stond stampend vol. Op maandagmorgen gingen we door naar Blaj (centraal Roemenie) waar het restant werd gelost.

We waren bijzonder blij met de enorme hoeveelheid kleding en voedsel, want het is erg nodig in Roemenie. De situatie is erg schrijnend voor met name de zieken, de ouderen en de gehandicapten. Maar ook de vooruitzichten voor de kinderen in ons kindertehuis zijn niet zo rooskleurig als we een jaar geleden nog dachten. Het voedsel en de kleding is op al deze locaties meer dan welkom.

Als we naar de situatie in het kindertehuis kijken, dan moeten we vaststellen dat men nog steeds erg afhankelijk is van de financiële hulp die we kunnen geven dankzij de giften die we steeds mogen ontvangen. Voor de mensen die ons ondersteunen is het fijn om te weten dat dankzij hun ondersteuning tot op heden het kindertehuis bestaansrecht heeft. Want de overheid geeft slechts een tegemoetkoming in een deel van de salariskosten. De kosten voor energie, voeding en kleding van de kinderen en enkele andere bijkomende kosten komen geheel voor onze rekening.

Voor de beide verzorgingstehuizen (die we sinds 2006 hebben opgezet), is de situatie uiterst zorgelijk. In totaal worden op beide locaties 35 personen verzorgd. Het zijn allemaal mensen met een lichte tot zware geestelijke en/of lichamelijke handicap. Ze hebben GEEN familie, GEEN inkomen of pensioenvoorziening en ze kunnen dus geen bijdrage geven in de kosten voor hun verzorging en opvang.

De afspraak was gemaakt met de overheid dat die een groot deel van de kosten voor zijn rekening zou nemen. (bestaande uit de salariskosten, een deel van de energiekosten en een deel van de kosten van voeding). Men had echter vanaf 1 augustus vorig jaar al flink gesneden in de tegemoetkoming voor de salaris- en energiekosten en nu vervalt vanaf 1 mei a.s. nagenoeg de hele tegemoetkoming voor de kosten van voeding en wordt de ondersteuning van de overheid voor de salarissen en de energiekosten drastisch verlaagd. Terwijl er geen inkomsten zijn van de bewoners. Dus is men meer dan ooit afhankelijk van ondersteuning door derden.
Men heeft in Roemenie zelf aangegeven dat, op het moment dat we genoodzaakt zouden zijn te stoppen, er zoals het er nu voor staat, geen bestaansmogelijkheid meer is voor het kindertehuis en de beide verzorgingstehuizen. Dit legt eerlijk gezegd wel een enorme druk op ons, maar het is niet anders.
Het wordt dus allemaal erg moeilijk, maar we hebben er vertrouwen in dat we uiteindelijk toch de mogelijkheid blijken te hebben om het te kunnen volhouden.

Om misverstanden te voorkomen wil ik wel zeggen dat naast een deel van het voedsel en de kleding dat noodzakelijkerwijs gebruikt wordt voor het kindertehuis en de verzorgingstehuizen, er heel veel voedsel en kleding naar arme gezinnen gaat in Sebis, Blaj en een aantal andere plaatsen. Vanuit Sebis en Blaj wordt veel naar andere plaatsen gebracht. Er zijn veel gezinnen die onze hulp nog heel hard nodig hebben. Van onze kant zijn we dankbaar dat we de mogelijkheid hebben om iets voor deze gezinnen te doen.

Dachten we enkele jaren geleden toen Roemenie bij de EU kwam dat er nu snel een verbetering zou komen, nu blijkt dat het eerder bergafwaarts gaat voor een deel van de bevolking.
Bedrijven sluiten de deuren, mensen komen zonder inkomen te zitten en komen in de bijstand. (deze sociale uitkering is zo laag dat men daarvan de energiekosten niet eens kan betalen).
Voedselprijzen en kosten van energie rijzen de pan uit. Ziekenhuizen worden gesloten of budgetten worden verlaagd. Gevolg dat men vaak erg doorslaat de verkeerde kant op.

Zo kennen we een ziekenhuis dat gesloten werd en waar de meeste patiënten naar een andere locatie werden overgebracht, behalve.... Juist, een 12-tal gehandicapte patienten (zonder familie), daar had men geen andere plek voor. Maar het ziekenhuis moest worden gesloten, dus het personeel verdween, het licht ging uit en de kachel doofde. Maar deze 12 gehandicapten hadden nog geen andere plek. Ze hebben van de buren uit de omgeving eten en drinken gehad.

We waren ook bij "onze" kliniek voor neonatologie in Tirgu Mures waar we zoals altijd weer wat hulp hebben gebracht. Ook brachten we deze keer weer heel veel kleertjes voor de prematuurbaby's.
De situatie is ook daar zeer schrijnend. Het ziekenhuisje heeft een maximale capaciteit van ca 50 bedden. Op het moment van ons bezoek waren er 42 bedjes bezet. Het is triest als je hoort dat de baby's vanwege overheidvoorschriften slechts 16 dagen in het ziekenhuis mogen blijven en dan naar huis moeten waardoor de overlevingskansen voor een aantal te vroeggeborenen aanzienlijk dalen. Gebleken is verder, dat er geen geld beschikbaar is voor ondermeer medicijnen, infuusnaalden etc voor de prematuurbaby's. We hebben, na overleg met onze contactpersonen en in overleg met de hoofdverpleegkundige, geld achtergelaten voor de aanschaf van een aantal zeer noodzakelijke materialen.
Op dit moment onderzoeken we welke mogelijkheden we hier in Nederland hebben om toch daar de meest noodzakelijke hulp te geven.

Soms wordt je wel eens moedeloos als je dit zo aanhoort en meemaakt, maar aan de andere kant mogen we dankbaar zijn dat we in ieder geval een heel klein steentje bij mogen dragen.

Het mag duidelijk zijn er is nog veel hulp nodig. Wij kunnen het niet alleen, we hebben u daar ook bij nodig. Helpt u ons mee?

Henk de Breij

[terug]